Zorgen over dierenwelzijn (inclusief diergezondheid) zijn niet nieuw, maar de aandacht ervoor is toegenomen. In 2021 formuleerde de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) zes principes voor een dierwaardige veehouderij waarin het dier een positieve staat van welzijn ervaart. Wat is in dat licht de relatie tussen duurmelken en dierenwelzijn?
In het samenwerkingsproject ‘Versnelling verduurzaming van de melkgeitenhouderij’ (zie kader) wordt gewerkt aan een tool die geitenhouders op basis van bedrijfsspecifieke data een concreet advies geeft voor duurmelken. Ook hier is de relatie met dierenwelzijn van belang.
Groot samenwerkingsproject
Het publiek-private samenwerkingsproject (pps) ‘Versnelling verduurzaming van de melkgeitenhouderij’ is in 2021 gestart. In dit project werken verschillende partijen – waaronder Platform Melkgeitenhouderij, Wageningen Research, Royal GD en het ministerie van LNV – samen aan zes onderwerpen die gericht zijn op het verder verduurzamen van de melkgeitenhouderij. Het belangrijkste doel is om kennisvragen en innovatieopgaven in te vullen die voortkomen uit het sectorplan dat in 2019 is opgesteld door het Platform Melkgeitenhouderij, met inbreng van geitenhouders en LNV. De zes onderwerpen zijn dierenwelzijn, duurmelken, zorg voor jonge dieren, salmonellose, duurzame bedrijfsontwikkeling en kringlooplandbouw.
In zijn zienswijze schetst de RDA met zes principes het speelveld voor (de ontwikkeling naar) een dierwaardige veehouderij. Deze zijn: 1) erkenning van de intrinsieke waarde en de integriteit van het dier, 2) goede voeding, 3) goede omgeving, 4) goede gezondheid, 5) natuurlijk gedrag, en 6) positieve emotionele toestand van het dier.
Risico’s rond partus
Duurmelken wordt gezien als een mogelijke maatregel voor verdere verduurzaming. De aflammerperiode is een risicovolle periode in het leven van een melkgeit. Door geiten langer te melken zonder dat ze lammeren, zal er minder uitval van melkgeiten rond de partus optreden. Daarnaast worden er minder lammeren geboren. Daardoor zijn er minder vatbare jonge dieren op het bedrijf en zeer waarschijnlijk daalt de infectiedruk, met minder ziekte en uitval van lammeren als gevolg. Duurmelken lijkt daarmee bij te dragen aan een goede gezondheid.
Door duurmelken toe te passen op een bedrijf, dalen het percentage gedekte melkgeiten en het gemiddelde aantal lactaties per afgevoerde melkgeit. Een verhoging van de gemiddelde lactatielengte is nodig om een grote daling in (productieve) levensduur te voorkomen.
Verlenging van de gemiddelde lactatieduur door duurmelken zal (afhankelijk van de mate van persistentie van melkproductie van de geit) op dierspecifieke wijze gepaard gaan met een verlaging van het gemiddelde voersaldo per geit per dag.
Schijndracht
Duurmelken verhoogt het risico op schijndracht omdat er geen bevruchting volgt na de ovulatie. Schijndracht wordt gedefinieerd als een steriele ophoping van vocht in de baarmoeder waarbij een actief geel lichaam op de eierstok aanwezig is. Het vroegtijdig detecteren van schijndracht is van belang om productiederving te voorkomen. Schijndracht kan behandeld worden met prostaglandinen – maar voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. In de literatuur is een aantal mogelijkheden beschreven over het voorkomen van schijndracht, maar de onderbouwing ontbreekt doordat de etiologie van schijndracht (nog) onbekend is.Bronst vermijden geeft minder kans op schijndracht. Via bokkenmanagement en belichting kan bronst voorkomen worden. De bok moet buiten de stal van de melkproducerende geiten worden gehouden. Als er toch wordt overgaan op het incidenteel dekken van bronstige geiten, werkt dit het best door de geiten enkele uren in de bokkenstal door te laten brengen. Het onthouden van seksueel gedrag (door duurmelken) is in strijd met het principe dat dieren hun natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen.
Ook belichting in de stal werkt bronstonderdrukkend. In het algemeen wordt aangenomen dat belichting zorgt voor een hogere melkproductie en daardoor een hogere voeropname, alsook een verbeterde vruchtbaarheid. Een constant ritme van 16 uur licht en 8 uur donker is belangrijker dan de hoeveelheid licht. Bijlichten in donkere periodes is nodig.
Onderzoek
Deze beschouwing over de relatie tussen duurmelken en dierenwelzijn laat zien – zonder volledig te zijn – dat duurmelken zowel goede als minder goede invloed heeft op de principes voor een dierwaardige veehouderij. Om de relatie nader te onderzoeken, zouden geiten langdurig gevolgd moeten worden.
Tekst: Jamal Roskam (Wageningen Economic Research), Johan van Riel en Francesca Neijenhuis (beide Wageningen Livestock Research)