Dinsdag 19 maart stemt de Kamer over een nota van wijziging voor de Wet Dieren. Wordt die wijziging aangenomen, dan vervalt het amendement van Leonie Vestering (PvdD) dat volgens minister Adema niet handhaafbaar is. Daarvoor in de plaats komt dan lagere wetgeving, een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en voor de invulling daarvan zou het Convenant dierwaardige veehouderij leidend kunnen zijn. Jeannette van de Ven van LTO hoopt dat de nota van wijziging wordt aangenomen, maar heeft zo haar twijfels. “Ik knijp m’n billen bij elkaar.”
Door het amendement dat de PvdD in 2021 opstelde, staat er nu in de Wet Dieren dat beperkingen in het natuurlijk gedrag van dieren en ingrepen bij dieren niet meer zijn toegestaan. “Je mag dieren niet aanpassen aan het houderijsysteem”, aldus Van de Ven. “Dat is te breed en niet handhaafbaar, dat vindt ook demissionair minister Adema en met het Convenant dierwaardige veehouderij proberen we hier sinds anderhalf jaar invulling aan te geven. Met verschillende partijen hebben we de droombeelden van een dierwaardige veehouderij opgesteld én de randvoorwaarden hiervoor, zoals geld dat uit de markt of van de overheid komt en vergunningen. Zelfs de borging hiervoor is besproken; een onafhankelijke autoriteit die de boeren en overheid en markt- en ketenpartijen controleert. Het Convenant is al heel ver en kent plannen van aanpak richting 2040.”
Geit volgt later
Om dit Convenant behapbaar te maken is deze tot nu toe beperkt tot melkvee, varkens, pluimvee en kalveren. Andere sectoren zoals geit, schaap, paard en konijn volgen later. “Zij kunnen deels wel zaken overnemen uit het Convenant voor de grootste sectoren, maar moeten ook hun eigen onderzoeken kunnen opstellen om te bepalen wat dierenwelzijn voor die dieren betekent,” legt Van de Ven uit.
Op dit moment heeft het Convenant de pauzeknop ingedrukt. Omdat het kabinet demissionair is kunnen er geen afspraken met de overheid gemaakt worden. Van de Ven: “Als er weer een kabinet is, en zij geld kunnen toezeggen, gaan we verder praten.”
Nota van wijziging geeft geit tijd
Als 19 maart de nota van wijziging wordt aangenomen, zijn alle inspanningen rondom het Convenant dierwaardige veehouderij niet voor niets geweest en krijgt dit een vervolg als er weer een kabinet werkzaam is. “Voor de geitenhouderij zou dat betekenen dat er tijd is om dierenwelzijn van geiten nader te onderzoeken alvorens hierover regels in de Wet beschreven worden”, zegt Van de Ven.
Maar de bestuurder heeft haar twijfels over de stemming. “Dierenwelzijn is een lastig onderwerp. Geen enkele politieke partij wil tegen dierenwelzijn stemmen. Zo plat geslagen en ongenuanceerd wordt dit door de politieke partijen gezien; je bent voor of tegen dierenwelzijn. De politiek gaat voorbij aan de inhoud en aan de onderbouwing waarom bepaalde zaken gaan zoals ze gaan en aan de inspanningen die boeren op dit vlak al geleverd hebben.”
Bij amendement bepaalt de rechter
Het zou dus kunnen gebeuren dat de Kamer tegen de nota van wijziging stemt, en dat het amendement blijft staan in de Wet Dieren. Die gaat dan gelden vanaf 1 juli 2024 . Van de Ven vreest dan voor het ergste. “Dan treedt dus de vaagheid, onduidelijkheid en onuitvoerbaarheid in werking die het amendement met zich meebrengt. Iedereen kan dan een handhavingsverzoek indienen en dat betekent dat de rechter een uitspraak moet doen over het dierenwelzijn. Ik heb geen idee waarop een rechter haar mening over dierenwelzijn baseert.”
Boeren kunnen zich dus ook op geen enkele wijze hierop voorbereiden. Van de Ven geeft een voorbeeld: “Stel je biedt je geiten meer oppervlakte per dier, omdat je denkt dat dat goed is. Maar een rechter oordeelt misschien dat het dierenwelzijn toch niet goed is, omdat hij, ik noem maar wat, klimgelegenheden wil zien. Je weet niet waar de rechter naar kijkt.”