De provincie Noord-Brabant gaat per 1 juli 2026 ongebruikte stikstofruimte in natuurtoestemmingen intrekken. Dit geldt voor veehouderijen en de industrie. Het intrekkingsbeleid moet ervoor zorgen dat de staat van de Brabantse natuur niet verder verslechtert. Deze stap sluit aan bij de ambitie uit het provinciale bestuursakkoord.
“Dit is een noodzakelijke stap om Brabant open te houden en de vergunningverlening voor natuurvergunningen weer mogelijk te maken”, geeft gedeputeerde Saskia Boelema aan. “De stikstofuitstoot moet omlaag. De huidige stand van de natuur vraagt om (extra) passende maatregelen. Met het intrekken van ongebruikte ruimte nemen we een noodzakelijke, preventieve maatregel die verdere toename van de stikstofdepositie voorkomt. Willen we uiteindelijk weer gaan vergunnen, dan kunnen we er niet omheen om ongebruikte ruimte weg te nemen.”
Maatregelenpakket
Om nieuwe vergunningen met een toename van de stikstofdepositie met extern salderen te kunnen verlenen, moet de provincie (extra) passende maatregelen nemen om verslechtering van habitattypen te voorkomen. De 95%-versie van dit maatregelenpakket – de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (BOS) 2.0 – is afgelopen week gepresenteerd. Het intrekken van ongebruikte stikstofruimte is één van die maatregelen. De provincie wil deze maatregel met ingang van 1 juli 2026 in werking laten treden. Ondertussen kunnen ondernemers die al plannen hebben deze uiteraard realiseren.
Slapende vergunningen
De provincie zet in op het terugbrengen van de ongebruikte ruimte in de veehouderij en de industrie. Bij veehouderijen gaat het om veehouders met een slapende vergunning en veehouders met niet gerealiseerde stallen. Onder slapende vergunningen verstaat de provincie bedrijven die niet (meer) actief zijn of andere activiteiten ontplooien.
Hoewel het inperken van latente ruimte de stikstofdepositie niet verlaagt, is dit volgens de provincie een noodzakelijke, preventieve maatregel. Deze voorkomt de feitelijke depositietoename en dat het effect van andere maatregelen die tot een daling van stikstofdepositie leiden, via een andere weg weer teniet worden gedaan.