Bijna een jaar werkt Vitalvé nu met een nieuw opgezet monitoringsprogramma voor de opfok van lammeren. Wat opvalt: voor een goede groei zonder speendip krijgen lammeren op veel bedrijven te lang ad libitum melk en kunnen zij nog te weinig krachtvoer verwerken op het moment van spenen. Op tijd langzaam wennen aan krachtvoer kan een speendip voorkomen.
Sarah van de Wiel en Lorien Otten houden zich bezig met de zogenoemde VitalOpfokMonitor. Zij halen gegevens op bij geitenhouders en verwerken die tot overzichtelijke tabellen en grafieken, waarvan de geitenhouder elke week een nieuw overzicht krijgt. “Door er zo kort op te zitten en meer inzicht te geven, zie je snel de verbeterpunten. Er wordt nog veel op gevoel gestuurd in de opfok. Soms zeggen we al tien jaar dat iets werkt – maar praten we elkaar dan na of weten we of het echt waar is?”, stelt Van de Wiel. Karin Bekkers, bij Vitalvé met name werkzaam in de melkgeiten, is nauw betrokken bij het programma. “We weten allemaal dat de opfok invloed heeft op de eerste lactatie maar ook op de rest van het leven van de geit. Bovendien worden de marges kleiner en dus de resultaten belangrijker. Ik denk dat er in de opfok veel ruimte voor verbetering is.”
Er gaat veel melkpoeder in
Van de Wiel en Otten brengen geitenhouders hokkaarten waarop zij alle gegevens kunnen verzamelen. Het wekelijkse overzicht dat de specialisten samenstellen bestaat uit een pdf van twee pagina’s. Daarop staan algemene gegevens zoals de aantallen dieren per hok, hun geboortedatum en gemiddelde gewicht. Verder worden belangrijke momenten opgeschreven, zoals de datum van onthoornen en de start van de krachtvoer- en watervoorziening. In grafieken kunnen geitenhouders de gewichtstoename, de melkopname en voeropname zien, alle in grammen per dag en met een lijn voor de werkelijke waarde maar ook een lijn met de waarde die Vitalvé als gewenst beschouwt.
Otten concludeert uit een analyse waarin de gegevens van acht bedrijven zijn meegenomen: “We zien dat de groei van de lammeren bij veel bedrijven tot aan het spenen goed gaat, soms zelfs hard, maar dat na een speendip de groei stagneert en de dieren daarna moeilijk doorgroeien.” De melkpoederopname verklaart de harde groei tot aan spenen: die wisselt per bedrijf tussen 13,5 kg en 19,2 kg per lam – meer dan de 12 kg die vaak werd aangehouden.
De opfokspecialisten zien dat het loont om vroeg te beginnen met het verstrekken van krachtvoer. Vanaf week vijf mag de aandacht verschuiven naar krachtvoeropname en minder alleen gericht zijn op melkopname, vinden zij. “We zien op veel bedrijven dat de lammeren op speenleeftijd nog nauwelijks krachtvoer opnemen en dus nog niet in staat zijn krachtvoer te verwerken op het moment dat we dat van ze vragen. Daardoor is de opname van krachtvoer na het spenen de eerste tijd laag.” De krachtvoeropname op het speenmoment loopt tussen de bedrijven enorm uiteen, van 66 gram tot 275 gram per dier per dag. Dat laatste wordt gehaald op een bedrijf dat de melkopname beperkt en al vroeg begint met krachtvoer verstrekken. “De 200 gram krachtvoer die vaak als voorwaarde voor het spenen wordt genoemd, is dus wel degelijk haalbaar en op veel bedrijven is er nog zeker ruimte voor verbetering”, zeggen de specialisten.
Focus op krachtvoer, niet op gewicht
8 weken leeftijd en een gewicht van 14 kg is dus niet per se het beste uitgangspunt voor het moment van spenen. Bekkers: “Leeftijd en gewicht zijn inderdaad belangrijk, maar de krachtvoeropname is veel belangrijker voor het speenmoment. Als het misgaat rondom het spenen is dat zonde van alle inspanningen die je daarvoor hebt gedaan.”Het terugdringen van de melkopname is hierbij ook belangrijk. “Je kunt ze het smakelijkste voer aanbieden, maar als de lammeren niet minder melk gaan opnemen, zullen ze er niet van eten. En weet ook dat je het jezelf moeilijk maakt als je speent op een luxe melkpoeder en toch van de lammeren verlangt dat ze 150 gram krachtvoer opnemen.”Zet dus de opname van 150 – en liefst 200 – gram krachtvoer boven aan het lijstje, en maak gewicht en leeftijd minder belangrijk bij het kiezen van het speenmoment.
Tips voor het spenen
Hoewel er niet één speenprotocol is dat voor alle bedrijven werkt, hebben de opfokspecialisten wel tips voor een soepel speenmoment. Dit zijn er een aantal:
- Start met krachtvoer en drinkwater en gehakseld stro vanaf tien dagen leeftijd. Verstrek brok en stro apart van elkaar.
- Lammeren moeten krachtvoer leren eten, en dat begint met kleine beetjes verstrekken (en dat is echt een klein beetje: 300 gram per 50 lammeren, dat is ongeveer 5 gram per lam) en bouw dat op. Verstrek krachtvoer liefst meerdere keren vers per dag (maak de voerbak schoon) waardoor je gebruikmaakt van de nieuwsgierigheid van lammeren.
- Maak de drinkbakjes twee keer per dag schoon om de nieuwsgierigheid van lammeren aan te wakkeren. Je kunt water aantrekkelijker maken door elektrolyten toe te voegen.
- Om de melkopname terug te dringen kunnen de melkslangetjes vanaf twee weken voor het spenen licht worden dichtgeknepen (met een tiewrap of aquariumkraantje). Dit zorgt voor weerstand tijdens het drinken. Knel ze steeds verder af. Een andere optie is om de automaat stapsgewijs steeds langer uit te zetten.
- Begin vanaf 4 à 5 weken leeftijd met het weghalen van spenen. Een speen per twintig lammeren is in deze fase voldoende. Zorg altijd dat er per hok twee spenen overblijven. Is er slechts één speen, dan zullen sommige lammeren door concurrentie al onbedoeld gespeend worden.
- Zorg dat de groepen tijdens de speenfase uniform blijven en selecteer tijdig (ongeveer wekelijks), zodat ook de kleine lammeren voldoende kans krijgen om optimaal te blijven groeien.
Foto’s: Vitalvé