Blauw uier bij melkgeiten is een kostbaar bedrijfsprobleem. Afhankelijk van de ernst van de uierontsteking, bestaan de kosten uit verminderde melkproductie, vervangingskosten, mindere melkkwaliteit en behandelkosten. Blauwuier komt helaas regelmatig op bedrijven voor. Blauwuier is een ontsteking aan het uier veroorzaakt door Staphylococcus aureus, een gram positieve bacterie en kenmerkt zich door ernstig zieke dieren, met een blauw en hard uier. Vaak gaan de geiten dood aan de ziekte. Wanneer de geit het wel overleefd, dan is het kwartier vaak volledig verwoest en zal de geit geen melk meer kunnen geven. Het dier zal dan ook vervroegd afgevoerd worden. Hoeveel dieren een blauw uier ontwikkelen is van vele factoren afhankelijk. Hoe beter het afweersysteem van de geit functioneert, hoe lager de infectiedruk en hoe minder kans op overdracht. Heeft u dit jaar last gehad van blauw uier bij uw geiten? Lees in dit artikel wat u kunt u doen om dit volgend jaar te voorkomen!
Normaal gesproken komt een klinische uierontsteking bij minder dan 2% van de geiten voor. Vaak wordt de uierontsteking gezien in de eerste periode na het aflammeren. Stress en veranderingen in en rondom de geit, kunnen er voor zorgen dat de afweer van de geit na het aflammeren tijdelijk onder druk staat. Een klinische uierontsteking, zoals blauwuier, kan dan gemakkelijk de kop opsteken.
S. aureus is een bacterie die zich op de huid, in de neus en in het uier van besmette dieren bevindt en kan naast klinische uierontstekingen, ook een subklinische uierontsteking veroorzaken. Een subklinische uierontsteking is een ontsteking waarbij er geen zichtbare afwijkingen aan de melk of geit te zien zijn. Dit betekent niet dat er geen schade is. Bij een subklinische uierontsteking is het celgetal erg verhoogd. Een gezonde geit heeft een celgetal onder de 500.000 cellen per ml melk. Op het moment dat er een subklinische uierontsteking is, stijgt het celgetal. Dieren met een subklinische uierontsteking blijven vaak lange tijd onopgemerkt maar zullen vaak een onkant uier krijgen na verloop van tijd.
Voorkom overdracht
Tijdens het melken kan er gemakkelijk overdracht plaatsvinden van een subklinisch geïnfecteerde geit, naar een gezonde geit. De bacterie die bij het geïnfecteerde dier in het uier aanwezig is, komt tijdens het melken in het melkstel. De volgende geiten die daarna met hetzelfde melkstel gemolken worden, kunnen op deze manier gemakkelijk besmet worden. Een goed functionerende melkstal en een goed melkprotocol kan daardoor bijdragen aan een verbetering van de uiergezondheid. Het tijdig vervangen van tepelvoeringen speelt daarbij een rol. Rubberen tepelvoeringen gaan zo’n 2500 melkbeurten mee, echter worden deze in de praktijk nog wel eens langer gebruikt, zelfs totdat ze vanzelf scheuren. Tepelvoeringen die te lang gebruikt worden, krijgen micro-scheurtjes. In deze scheurtjes, die niet met het blote oog te zien zijn, kunnen gemakkelijk melkresten met bacteriën blijven zitten. Het tijdig vervangen van de tepelvoeringen verkleind dan ook de overdracht van een geïnfecteerd dier naar een gezond dier.
Heeft u geteld hoeveel geiten afgelopen jaar een blauwuier hebben gekregen? Kijk dan als eerste eens goed naar uw melkmachine en melktechniek! Vergeet niet dat één melkstel per dag meerdere geiten melkt, waarbij er elke keer weer een risico is op overdracht van bacteriën. Vervang tepelvoeringen tijdig en laat, bij twijfels over het functioneren van de melkmachine, eens een natte melkmeting uitvoeren. Ook hygiënemaatregelen kunnen de infectiedruk verlagen. Het sprayen of dippen van de geiten na het melken, zorgt voor een betere speen hygiëne. Ook het droog en schoon houden van de potstal draagt hier aan bij. Daarnaast kunt u de afweer van de geiten verbeteren door een optimale voeding en het zo veel mogelijk voorkomen van veranderingen en stress bij de geiten.
Bent u ook benieuwd hoe u op andere manieren de afweer van de geiten tegen stafylokokken kunt verbeteren? Neem dan contact op met één onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland) 06-8100 2036, Sabine Hoogeveen (Noord-West Nederland) 06-8279 0165, Anne-Lynn Geertshuis (Noord-Oost Nederland) 06-2046 9304 of Anne-Miek Timmermans (Midden Nederland) 06-1370 2817.